Prana betekent kosmische energie, levensenergie of vitale energie. Omdat pranayama oefeningen op de adem gericht zijn, wordt prana vaak gezegd dat lucht of zuurstof is. Maar prana is meer dan dat. De adem is het vervoersmiddel van prana, maar niet prana zelf.

Yama betekent controle. Ayama betekent uitzetting of regulatie. Pranayama betekent dus uitzetting en regulatie van levensenergie, controle van de ademhaling. Pranayama oefeningen zijn dus ademhalingsoefeningen, waarbij de adem als middel dient om het lichaam te voorzien van prana.

Wanneer je start met pranayama dan zijn de eerste oefeningen gericht op het bewustzijn van de adem. Als je hier voldoende bewust van bent, dan kan je deze gaan sturen. Daarna zullen de oefeningen zich richten op uitzetting of controle van de adem. Bij controle kun je denken aan het bewust ademen door de buik of borst, het inhouden van de adem of afwisselend door één van de twee neusgaten te ademen. Bij uitzetting kun je denken aan langer vasthouden van de adem of bewust meer tellen in of uit te ademen.

Brug tussen lichaam-geest
De ademhaling is de brug tussen je lichaam en je geest. In het dagelijkse leven zitten veel personen steeds meer in hun hoofd en verliezen zo het contact met hun lichaam. Hierdoor kun je met je ademhaling hoog gaan zitten (borstkast) of oppervlakkig gaan ademhalen. Door weer bewust te gaan ademhalen,  maak je meteen ook weer meer contact met je lichaam. Tevens levert betere controle over je ademhaling, meer stabiliteit in lichaam en geest. Als je ademhaling weer rustig, langzaam en diep wordt, dan worden je geest rustig en je lichaam stabiel.

0 reacties